Ja, wat ben ik blij om hier te zijn, het was effe heel spannend, na twee dagen ziekenhuis en ja wat tegenvallers, maar dat zijn we inmiddels gewend. Nu ben ik aardig moe en beurs, maar 8,3 liter lichter en gelukkig uiteindelijk wat comfortabeler.
Wat ik jullie wilde vertellen; in eerste instantie, wat ik heel belangrijk vind: sinds Janneke en ik voor het eerst echt geconfronteerd werden met het slechte nieuws (dat ze vermoedden dat er sprake is van galwegkanker) hebben we zo verschrikkelijk veel bemoediging gekregen van mensen om ons heen en van gemeenteleden. Er is zoveel gebeden in zoveel verschillende kerken en het is echt waanzinnig om te zien dat dit is gebeurd. En wij zien daar echt, en we hebben daar echt in gezien (en dat doen we nog steeds), het lichaam van Christus hier op aarde en die overstijgt elke kerkmuur, menselijke kerkmuur. En het is echt fantastisch als de nood aan de man is om te zien dat die kerkmuren eigenlijk niet eens bestaan. En laat ons dáár echt vooral op focussen.
Wat ik wilde delen is gewoon mijn ervaring en onze ervaring van de afgelopen periode. Wat ik net zei is ja, we kregen een aantal weken geleden voor het eerst het slechte nieuws te horen dat ze verwachten dat er bij mij sprake is van galwegkanker. Dat kwam hard aan, dat verwacht je niet, een jonge vent die hoopt op een galsteen en ja blijkt effe een ander verhaal te zijn. We wisten niet wat we moesten. Die avond waren de eerste vragen als: waarom? Wat moet ik hiermee? Geloof ik wel goed? Ben ik wel kind van God? Gelukkig hadden we bezoek, bezoek, ik zal niet zeggen van wie (Baukje en André) en daar hebben we geleerd om vertrouwen uit te spreken in God, in Jezus. Niet voor de hele periode, maar voor elk moment, voor elke dag, voor elke stap. En dát hebben we sindsdien gedaan. En het is, het is bijzonder om te zien en mee te maken hoeveel rust we krijgen en hebben gekregen sindsdien, hoeveel vertrouwen we hebben gekregen en hoe we dit hebben kunnen dragen. En ik kan me werkelijk niet voorstellen hoe je dat zou doen als je geen God in je leven hebt en als je dit echt met z’n tweetjes zou moeten doen. Elke keer gingen we met nieuwe hoop naar het ziekenhuis en elke keer was het een soort van, ja, het kan meevallen of het kan slecht zijn en dan was het altijd nog een optie slechter die je nooit had bedacht. En elke keer vielen we terug op God. Elke keer vielen we terug op de mensen die om ons heen stonden. De bemoedigingen, het bidden; er is zo vreselijk veel gebeden. En ja, dat bemoedigde enorm. God heeft in die periode laten zien, en dat doet hij nog steeds, dat Hij er is op zoveel verschillende manieren. Elke keer als we het even niet meer wisten of als het verdriet de overhand nam, dan konden we bidden voor elkaar. En dan kregen we die rust weer. Als we angstig waren, dan kregen we weer rust. En elke keer als we dachten wat duurt het lang? Dan kregen we precies het stukje tekst in een boekje of in de Bijbel of wat dan ook, die we op dat moment nodig hadden. Heb geduld.
We hebben zoveel geleerd van God. Hij is soeverein, Hij is almachtig, Hij beslist. En ik ben er heilig van overtuigd dat mijn dagen in Zijn boek staan en dat kunnen er heel weinig zijn, maar dat kunnen er ook nog heel veel zijn, dat is aan Hem. We hebben op gegeven moment een ingreep gehad waarbij ik in het ziekenhuis was en ik lag op een vier persoons kamer. De ingreep was mislukt. Er was van tevoren helemaal uitgedacht; we gaan het zo doen en we gaan het zo doen en dan krijg je verlichting van je klachten, dan gaat de geelzucht weg, nou jullie zien het: dat is niet echt gelukt. Dat bedoel ik met ‘elke keer was het dan nog weer slechter dan je mogelijk zou vermoeden’. Er lag een man op die kamer. We zeiden niet veel tegen mekaar, maar het was even een duimpje omhoog en even een groet. Toen we terugkwamen hadden we aardig bedrukte gezichten, omdat het was mislukt. Omdat we eigenlijk te horen hadden gekregen ja, je hebt uitzaaiingen en verwachten dat het slecht is. Dus we kregen een privé kamer in Utrecht, zodat Janneke ook kon blijven slapen. De volgende ochtend gingen we naar huis. En die man, die zat daar op het bankje toen we naar buiten liepen. Toen eh …………….…. Toen kwam hij naar ons toe …………….. haast rennend, zo’n oude man. Hij zei: ‘ik ben zo blij dat ik jullie nog zie. Ik heb de hele nacht voor jullie gebeden’ ……………… En dat zijn van die knipogen van God ……… waarin Hij laat zien: Ik ben er. Ik ben bij je ……….. En dat keer op keer ……………
Vervolgens hebben we een preek geluisterd van Hein over de doop. Ik was al een poosje bezig in gedachten met de doop. Ik wist niet zo goed wat ik daarmee wilde. En in die preek gaf Hein aan dat hij is opgegeven door de doctoren en dat toen de dokter dat tegen hem zei dat Hein aangaf: “Dat bepaal jij niet. Mijn dagen staan in het boek van God.” Dan ga je een preek over de doop luisteren en dan zit er zo’n boodschap in. Dat is zo bijzonder. Toen kreeg ik het op mijn hart om Hein uit te nodigen. Janneke was gelukkig helemaal voor en sindsdien hebben we je best vaak gezien. Gelukkig. Gelukkig, want we leren enorm veel daardoor, je laat zien dat we eigenlijk nog baby’s zijn in het geloof. Ik ga mijn hele leven al naar de kerk. Ja het is redelijk traditie. Als ik kijk naar mezelf en naar mijn leven tot nu toe, dan was het echt ík gericht. Als ik mijn zaakjes maar voor mekaar had: ik was getrouwd, mooi huis, goed inkomen. Dat was allemaal belangrijk. En daarnaast geloofde ik ook nog. Dat is omgedraaid. Radicaal. God heeft de afgelopen periode mijn geest vernieuwd. Dat kan ik echt oprecht zeggen. En daarbij is mijn oude ik heel erg naar de achtergrond gegaan, geraakt, gelukkig. En ik geloof ook echt dat het is gestorven met Jezus aan het kruis en dat ik nu een nieuw leven heb gekregen van God. En dat is een leven wat heerlijk is, hoe lang of hoe kort het ook duurt. God staat op nummer 1. Ik wil leven en alles doen tot Zijn eer. Ik wil getuigen van Hem. Ik wil laten zien wat Hij in mijn leven doet, wat Hij in mijn leven betekent en ik dank Hem voor alles wat ik meemaak. Ik dank Hem voor alle rust en alle kracht die ik van Hem krijg en Janneke ook om dit samen en vooral met God te kunnen dragen. Ja wat er ook gaat gebeuren; God is erbij en ik hoop – dat is misschien wel heel menselijk – dat ik hier nog veel tijd krijg. Maar het is inmiddels zo dat ik weet dat als ik dat niet krijg, dat ik niet hoef te twijfelen, omdat ik honderd procent zeker kind van Jezus ben en dat ik zeker weet dat ik naar een heerlijke plek ga. En dat wil ik heel graag bevestigen. Door deze getuigenis en door deze doop.
Dank je wel.